De hand van de meester. 1911.

Schoenproductie kan op drie manieren uitgevoerd worden: Handmatig, machinaal of gemechaniseerd. Tot 1912 maakt van Bommel haar schoenen handmatig. Dit wordt gedaan door blokwerkers en schootwerkers. Een blokwerker heeft de schoen op een draaibaar schoenmakersblok van gietijzer voor zich staan en heeft zo beide handen vrij om aan de schoen te werken. Omdat zo’n blok nogal een investering is voor een zelfstandige schoenmaker wordt er ook veel vanaf de schoot gewerkt. Hierbij zit een schoenmaker op een krukje en fixeert hij, om beide handen vrij te hebben, de schoen met een spanband of houten klem in zijn schoot.

Vanaf 1911 wordt bij Van Bommel overgestapt op machinale productie. Een groot verschil met handmatig schoenmaken is dat de schoen hierbij niet meer door één schoenmaker wordt gemaakt. De schoen volgt een route langs een productielijn en wordt door verschillende gespecialiseerde medewerkers met behulp van machines in elkaar gezet. Elke machine wordt met de hand bediend. Het vakmanschap van de medewerkers bepaalt nog steeds de kwaliteit van de schoen.

(Onderstaande afbeelding: Schootwerkers aan het werk in Waalwijk, omstreeks 1909.)

Bij een gemechaniseerd proces gaat alles volautomatisch en zijn er nagenoeg geen mensen meer bij het maakproces betrokken. Van Bommel maakt geen gebruik van deze methode.

null

(Bovenstaande afbeelding: Een schootwerker in de 18e eeuw. De schoen wordt met een spanband die onder de voet door loopt stevig tegen het bovenbeen aangedrukt. Beide handen zijn zo vrij om de schoen te bewerken.)

Schoenproductie kan op drie manieren uitgevoerd worden: Handmatig, machinaal of gemechaniseerd. Tot 1912 maakt van Bommel haar schoenen handmatig. Dit wordt gedaan door blokwerkers en schootwerkers. Een blokwerker heeft de schoen op een draaibaar schoenmakersblok van gietijzer voor zich staan en heeft zo beide handen vrij om aan de schoen te werken. Omdat zo’n blok nogal een investering is voor een zelfstandige schoenmaker wordt er ook veel vanaf de schoot gewerkt. Hierbij zit een schoenmaker op een krukje en fixeert hij, om beide handen vrij te hebben, de schoen met een spanband of houten klem in zijn schoot.

Vanaf 1911 wordt bij Van Bommel overgestapt op machinale productie. Een groot verschil met handmatig schoenmaken is dat de schoen hierbij niet meer door één schoenmaker wordt gemaakt. De schoen volgt een route langs een productielijn en wordt door verschillende gespecialiseerde medewerkers met behulp van machines in elkaar gezet. Elke machine wordt met de hand bediend. Het vakmanschap van de medewerkers bepaalt nog steeds de kwaliteit van de schoen.

(Onderstaande afbeelding: Schootwerkers aan het werk in Waalwijk, omstreeks 1909.)

Bij een gemechaniseerd proces gaat alles volautomatisch en zijn er nagenoeg geen mensen meer bij het maakproces betrokken. Van Bommel maakt geen gebruik van deze methode.

null

(Bovenstaande afbeelding: Een schootwerker in de 18e eeuw. De schoen wordt met een spanband die onder de voet door loopt stevig tegen het bovenbeen aangedrukt. Beide handen zijn zo vrij om de schoen te bewerken.)