In de nacht van tweede paasdag 1951 slaat de bliksem in bij Schoenfabriek van Bommel. Het pand dat vanaf 1835 dienst deed als schoenmakerswerkplaats en in 1911 werd omgebouwd tot schoenfabriek brand tot op de grond toe af. Het levenswerk van de familie Van Bommel is verwoest. Na enkele dagen van rouw begint men een week na de brand met de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe fabriek. Er wordt een nieuw stuk grond gekocht, net buiten de bebouwde kern van Moergestel. De oude fabriek staat naast de kerk, midden in het centrum van Moergestel. Dat is niet echt een goede locatie voor een fabriek. In record tempo worden er vergunningen geregeld, tekeningen gemaakt en gestart met de bouw. Jan van Bommel overwint zijn vliegangst en reist naar de machinefabriek in Engeland voor nieuwe machines. Bij de nieuwbouw worden de medewerkers van de fabriek aan het werk gezet als grondwerkers en bouwvakkers. De directie organiseert ondertussen een noodlocatie waar in beperkte omvang weer geproduceerd kan worden. Acht maanden na de brand opent aan de Oisterwijkseweg de nieuwe fabriek.

(Bovenstaande afbeelding: Dorpelingen verzamelen zich rond de brandkluis. De kas- en orderboeken blijken de brand redelijk goed doorstaan te hebben.)

(Onderstaande afbeelding: Een informerende brief over de brand aan alle schoenwinkeliers die Van Bommel schoenen verkopen. Vanwege de brand ontbreekt het officiële briefpapier.)

(Bovenstaande afbeelding: Om de opening van de nieuwe fabriek bekend te maken wordt een kennisgeving rondgestuurd naar alle zakelijke relaties. In dat kleine foldertje staat een mooi gedicht.)