Fall winter 2024: Japan

Een echte delicatesse! Tien seconden nadat ik het doorgeslikt heb, begrijp ik eindelijk wat onze gids me al de hele tijd probeert uit te leggen: het is walvis. Onze Japanse gids, een superaardige en hypercorrecte man van 64, is soms wat moeilijk te verstaan. Hij praat als een YouTube-filmpje dat af en toe blijft haperen vanwege de slechte wifi; hij moet om de paar seconden even nieuwe data downloaden. Als hij in zijn talencentrum een goede wifi-verbinding had gehad, was me dit stukje dierenleed bespaard gebleven. Ik heb op de tablet met het menu ook iets aangeklikt wat door Google Lens vertaald wordt als kabeljauw. Daar kan weinig mee misgaan... Op de schaal ligt iets dat op doorgekookte startkabels lijkt. Startkabel-jauw! Het zijn ingewanden, zijn luchtpijp of zo. Ik moet scherp zijn deze week. Een kleine verslapping en er ligt rauwe sidderaal voor je neus.

Wat ik op al die verre reizen inmiddels geleerd heb, is dat het romantische beeld van zaken waar het woord ‘lokaal’ of ‘traditioneel’ voor geplakt is, meestal niet overeenkomt met de praktijk. ‘Lokaal ontbijt’ in Japan: volle sjas avondeten inclusief je eigen borrelende stoofpotje met paddenstoelen naast je bord en daarachter een privé-grilletje met, zeker niet geurloze, sardines en iets taais, kraakbeenachtigs. Er staan wel acht schaaltjes om mijn bord heen, allemaal prutjes en heftige ditjes en datjes. Ik ontdek net op tijd dat in het schaaltje met, ogenschijnlijk, taugé, elk sprietje twee kleine zwarte oogjes heeft. De hotelkamer van die avond is ook... traditioneel. Het bed is een matje op de grond. Naast het matje staat een klein salontafeltje met een plat kussen ernaast om op te zitten. De kamer heeft geen badkamer of douche, alleen een wasbak. Dit is typisch zo’n moment waarop je je realiseert hoe de wasbak aan zijn naam gekomen is.

Er is geen volk zo gezagsgetrouw als de Japanners. Waar in Nederland de grootste dranghekken mensen nog niet tegenhouden, is in Japan een klein touwtje spannen genoeg om iedereen grote stukken om te laten lopen. We passen ons netjes aan, maar de druk om een goede panoramafoto te schieten wordt wel steeds groter. Japan blijkt minder fotogeniek dan we gehoopt hadden. Het is óf saaie alledaagse bebouwing óf megatoeristische tempels. Iets ertussenin hebben we niet gevonden. In een toeristische theetuin moet het er dan toch maar van komen; er is een mooi hoekje met twee oude, rode, Japanse esdoorns. Tussen de golven toeristen door doe ik iets wat onze gids nog nooit gezien heeft. Waarschijnlijk weet hij helemaal niet dat het kan… Ik stap… over een touwtje dat langs het pad op 30 cm boven de grond hangt en ga op een kei in het stukje tuin zitten. Onze gids wordt zo zenuwachtig dat ik me direct een misdadiger voel. Uiteindelijk blijkt dit wel de panorama te zijn die we voor onze uitnodigingen en beurswand gebruiken. De opvliegers van onze gids zijn dus niet voor niks.

Naast dat Japanners gezagsgetrouw zijn, zijn ze ook heel aardig. Maar echt héél aardig. Als ik in de buurt van Nagano in ons hotel de lift uit wil lopen, staat de mevrouw van de receptie te wachten om in te stappen. Ze ziet me staan, schrikt, maakt snelle kleine buigingen en perst er vervolgens een lach uit met een gezicht alsof ze op de wc zit na een portie bedorven oesters. Het is echt een soort zware ‘lach-bevalling’. Ze perst zo hard dat, als het geen lach was geweest maar echt een bevalling, de gynaecoloog waarschijnlijk op zoek was gegaan naar een verlostang. Ik ben onder de indruk van haar toewijding en beantwoord haar vriendelijkheid met een traditionele ingetogen Nederlandse glimlach.

Via Osaka, Kioto en Nagano eindigen we onze roadtrip in Tokio. Niks kan je voorbereiden op hoe groot Tokio is. Onder de grond heb je overal minstens drie lagen extra stad met metrolijnen, winkelcentra en gewoon tunnels die alles met elkaar verbinden. Een kaartje kopen voor de juiste metrolijn is voor een vreemdeling niet te doen, maar ook daar is rekening mee gehouden. Als je op de helpknop drukt, komt er naast de kaartjesmachine, uit een luikje in de wand, een meneer van de metro. Met zijn lijf half uit het luikje buigt hij zich over de machine en helpt je met alle knoppen en mogelijkheden. Dit idee neem ik mee naar huis! We gaan op kantoor naast elke pc ook een luikje plaatsen.

null null

Behind the scenes

Op reis voor onze campagneshoot maken we van alles mee. De campagne foto’s zien er altijd supernetjes uit, de realiteit is vaak anders.. Hieronder wat snapshots die we tijdens de reis maakten. Als je erop klikt lees je wat er precies te zien is.

Onze Japan reis

BEHIND THE SCENES